Interview met Pearl Hartgers projectleider Programmaraad Tekst: Judith van Vliet

Interview met Pearl Hartgers over regionale samenwerking

“Iedereen kan iets. Mensen met een psychische kwetsbaarheid krijgen niet altijd de juiste hulp”

Vers van de pers is het definitieve rapport van ZINZIZ ‘Hoe houd je regionale samenwerking tussen Werk & Inkomen en GGZ levend?’ vanmiddag haar mailbox ingerold. In het vorige rapport uit 2017, werd verslag gedaan van het onderzoek naar samenwerkingsverbanden binnen het publieke domein om mensen met een psychische kwetsbaarheid te helpen bij het vinden en behouden van een baan. In het nieuwe rapport ligt de nadruk op het in stand houden en uitbreiden van het samenwerkingsverband. “En dat is hard nodig, want de samenwerking in de regio’s komt niet overal even goed van de grond terwijl dat van groot belang is voor mensen met een psychische kwetsbaarheid die aan het werk willen. Juist nu!”, aldus Pearl Hartgers vanaf de andere kant van het zoomscherm.

Werk kan helend werken

Sinds acht jaar is Pearl Hartgers verbonden aan de Programmaraad. Vanaf de oprichting in 2012 houdt de Programmaraad – bestaande uit VNG, UWV, Divosa en Cedris – zich bezig met het zoeken naar samenwerkingsverbanden tussen partijen binnen het sociale domein die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen met het vinden en behouden van werk.

In 2016 kwam daar een specifieke taak bij; het stimuleren, faciliteren en begeleiden van samenwerkingen tussen GGZ, gemeenten en UWV om mensen met een psychische kwetsbaarheid naar werk toe te leiden. Pearl pakte de klus om de gewenste samenwerkingen te concretiseren met beide handen aan: “Door ervaringen uit mijn directe omgeving en de overtuiging dat een baan kan werken als medicijn, zag ik mijn kans schoon om die samenwerking vorm te geven.”

Over haar drijfveer om dit project te leiden, kan Pearl kort zijn: “Iedereen kan iets. Mensen met een psychische kwetsbaarheid krijgen niet altijd de juiste hulp bij het zoeken naar passend werk.  Terwijl de wetenschappelijke onderzoeken uitwijzen en ik ook met eigen ogen heb gezien, dat werk juist helend kan werken.” En dan, met wat ergernis in haar stem: “Het is toch raar dat wij, als maatschappij, er zo lang vanuit zijn gegaan dat het arbeidsproces geen plek is waar mensen met een psychische kwetsbaarheid thuishoren? We hoeven maar twee hele simpele vragen te stellen, namelijk ‘zou je willen werken?’ en zo ja ‘wat zou je willen doen?’. Inmiddels weet ik uit ervaring dat heel veel cliënten in ieder geval de eerste vraag met een volmondig ja beantwoorden.”

Dat samenwerking tussen gemeente, UWV en GGZ in de praktijk niet eenvoudig is, beaamt Pearl: “Het vereist een andere mindset en geduldhet aanpassen van de aanpak omtrent de integrale arbeidstoeleiding met verschillende partijen. Iedere partij heeft zijn eigen manier van werken. Het zijn verschillende culturen, de financiële stromingen lopen niet hetzelfde en ieder heeft een eigen manier van kijken naar de doelgroep. Het is best ingewikkeld om dat bij elkaar te brengen. Maar toch is het mogelijk.” Dan volgt er een even opmerkelijke, als doeltreffende vergelijking: “Het is geen rocket science waar we het hier over hebben: Je moet het zien als het bereiden van een goede vinaigrette. Het is moeilijk om de ingrediënten zo goed te mengen dat ze door elkaar opgenomen worden, maar het kan wel. Olie en azijn hebben in het begin moeite om aan elkaar te wennen, je moet beide ingrediënten met beleid samenvoegen. 

50% meer geluksgevoel en 50% minder zorgkosten

En dan begint het belangrijkste onderdeel van het proces; het roeren. En vooral blijven roeren. Daar moet je behoorlijk lang mee doorgaan om te zorgen dat olie en azijn elkaar opnemen. Het is gewoon hard werken. Te vroeg stoppen betekent dat je weer twee losse bestanddelen in je kom hebt liggen. Dus geduld is vereist. Evenals een kleine toevoeging zoals wat zout of peper om de vinaigrette beter op smaak te krijgen. Om het iets extra’s te geven. Om te zorgen dat de motivatie om te blijven roeren aanwezig blijft.” Pearl lacht. Onbedoeld heeft ze haar hobby haar werkveld binnengebracht. Ze houdt nogal van koken, en alleen daarom al was het afgelopen kerstdiner een beetje een deceptie. Voor iemand die gewend is een viergangenmenu op tafel te zetten voor zestien familieleden en vrienden, was er dit jaar weinig uitdaging.

Die uitdaging ziet ze wel nog steeds in het uitbouwen van de samenwerking tussen GGZ, UWV en de gemeenten. “Mijn uitgangspunt is, dat het hebben van een baan kan bijdragen in het herstelproces. Als je werk hebt, heb je sociale contacten, heb je structuur, heb je een inkomen. Mensen met een psychische kwetsbaarheid ontwikkelen vanuit een positie als werknemer meer eigenwaarde. De onderzoekscijfers van Prof. dr. Alex Burdorf van het Erasmus MC zeggen genoeg: 50% van de zorgkosten van iemand met een psychische kwetsbaarheid neemt af als hij of zij aan de slag gaat, terwijl het geluksgevoel verdubbelt.” Pearl Hartgers is er op basis van de bovengenoemde cijfers zeker van dat eigenlijk niemand tegen kan zijn om mensen met een psychische kwetsbaarheid naar een baan toe te leiden. 

Vinaigrette à La Pearl

Iedereen heeft stigma’s

Toch is het niet vanzelfsprekend dat dit in de praktijk ook gebeurt. “Waar wij allemaal, en dan bedoel ik ook echt wij allemaal, mijzelf incluis, last van hebben, is van stigmatisering van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Vaak is het onbewust en vind ik het ook wel logisch; we leven met z’n allen in een wereld die zo snel gaat, waarin zoveel tegelijk gebeurt. Om de dingen goed te kunnen begrijpen, is het soms nodig om in hokjes te denken, anders raak je de draad kwijt. Dat gekaderde denken gaat alleen wel ten koste van de openheid, het onbevooroordeelde dat nodig is om te kunnen en willen denken dat mensen met een psychische kwetsbaarheid kunnen deelnemen aan de maatschappij.”

Dat stigmatisering alleen plaatsvindt door mensen die in het dagelijks leven niet te maken hebben met psychische kwetsbaarheden, is volgens Pearl niet het geval. Ze maakte van dichtbij mee hoe een behandelaar een cliënt adviseerde toch maar liever thuis op de bank te blijven zitten in plaats van aan het werk te gaan. “De insteek was niet verkeerd; de betreffende professional dacht dat dit het beste was voor zijn cliënt. Maar om iemand die, met behulp van maatwerk en de juiste methodiek prima in staat is deel te nemen aan het arbeidsproces van deelname uit te sluiten omdat het risico op uitval hem te groot leek, vind ik kort door de bocht. Iedereen heeft stigma’s. Zowel de professional, de werkgever en de werknemer. Het is belangrijk dat we daar allemaal bewust van zijn.”

De manieren om samenwerkingsverbanden te creëren en onderhouden zijn legio en gaan van het doorbreken van vooroordelen van professionals naar elkaar tot het leren spreken van dezelfde taal. Van het verkrijgen van toegang tot elkaars kennis en werkwijzen tot het geven van klinische lessen bij de ‘andere’ organisatie. Van het organiseren van themabijeenkomsten tot het ontwikkelen van een actuele sociale kaart, om goed overzicht te krijgen welke organisaties er eigenlijk allemaal zijn op het gebied van zorg en werk.

Samenwerkingsverbanden verlopen stroef als men elkaars wereld en werkwijze onvoldoende kent. Uit het onderzoeksrapport ‘Samen werken aan werk. Psychische aandoeningen en werk; wat we weten, wat we kunnen doen.’ uit 2017 blijkt dat de kennis er bij GGZ enerzijds en UWV en gemeenten anderzijds wel is, maar dat het gefragmenteerd is en niet integraal wordt gebruikt. Bovendien blijkt dat de samenwerking tussen GGZ en UWV op uitvoeringsniveau regionaal best aardig verloopt, maar dat er in de samenwerking tussen GGZ en de gemeenten op beleids-en managementniveau een wisselend beeld te zien is per regio; van goed tot redelijk naar slecht.
Pearl Hartgers: “Er zijn gezamenlijk stappen gezet om het beter te doen. Er is echt wel wat veranderd sinds de start en er is meer aandacht voor, maar er is meer bestuurlijk commitment nodig om ervoor te zorgen dat de samenwerking echt leidt tot meer plaatsingen van mensen met een psychische kwetsbaarheid.”

Knelpunten in de samenwerking

Uit de intervisies die Hartgers heeft met de regionale projectleiders van de verschillende arbeidsmarktregio’s, komen verschillende knelpunten naar voren zoals de Wet AVG; gegevensuitwisseling van cliënten tussen de GGZ en de gemeentelijke instellingen is een precaire kwestie en mag niet zomaar. “Dat maakt samenwerken lastiger,” aldus Pearl. “Een ander knelpunt is dat er soms te weinig tijd wordt genomen. We zitten nu op het punt dat het samenwerkingsvuur eigenlijk net is aangewakkerd. En zoals iedereen die weleens een vuurtje maakt weet, moet zo’n beginnend vlammetje met beleid tot een stevig vuur worden opgestookt. Met andere woorden: het smeden van samenwerkingsverbanden kost tijd en geduld. Dat is een investering die bestuurders moeten willen doen. Daar komt nog bij dat mensen op bestuursposten na verkiezingen nogal eens wisselen en dan moeten we met die regio op bestuurlijk niveau weer van voren of aan beginnen. En ook op uitvoerend niveau maken de vele personele wisselingen de samenwerking lastiger. ”

Zoals de ondertitel van het meest actuele rapport ‘Hoe houd je regionale samenwerking tussen Werk & Inkomen en GGZ levend? Ook in coronatijd & met een aflopende ministeriële financiële impuls.’ al aangeeft, zal het opzetten en continueren van een regionale samenwerking tussen W&I en GGZ uit de eigen zakken van de betrokken partijen moeten komen. Het geld (€3,5 miljoen) dat het ministerie van SVW in 2017 vrijmaakte voor het samenwerkingsproject is op en er is voorlopig geen zicht op een nieuwe impuls. “Als die verdere ontwikkeling en concretisering van de samenwerking geen speerpunt (meer) is, kan het goed zijn dat bestuurders er geen middelen voor uittrekken,” aldus Pearl.

Invloed van corona

We ontkomen er ook nu niet aan, de coronacrisis heeft behoorlijk roet in het eten gegooid de afgelopen maanden. Of, zoals Pearl het verwoordt: “Corona heeft ons teruggeworpen, de partijen hadden andere prioriteiten dan het borgen en inbedden van samenwerkingsverbanden.” Strikt gekeken naar de groei in samenwerking is de uitkomst van het nieuwe rapport positief; ondanks covid-19 is het aantal samenwerkingen in de regio’s toch verder gestegen. Maar voor cliënten zijn er directe negatieve gevolgen; de kansen op de arbeidsmarkt zijn voor hen de afgelopen tijd verkleind omdat werkgevers nu geen risico’s willen lopen. Maar er staat ook weer iets tegenover; corona heeft meer begrip en aandacht voor psychische kwetsbaarheid opgeleverd in de maatschappij. Psychische kwetsbaarheid is niet langer een beperking voor slechts een klein deel van de samenleving; steeds meer mensen krijgen ermee te maken.

Voor Pearl zit haar werk bij de Programmaraad er voorlopig nog niet op. Met het rapport ‘Hoe houd je regionale samenwerking tussen Werk & Inkomen en GGZ levend?’ is er ook een routekaart uitgebracht die de leidraad zal vormen voor het in stand houden en uitbreiden van de samenwerking tussen de organisaties in de aankomende periode. “Juist nu, in deze tijden van crisis, is het van belang om de steeds groter wordende groep mensen met een psychische kwetsbaarheid naar werk te begeleiden. We moeten zorgen dat het verrichte werk en de gedane investeringen niet teniet worden gedaan nu. Dat zou kennisvernietiging betekenen, en doodzonde zijn.”

Voor nu zit de werkdag van Pearl Hartgers erop en klapt ze haar laptop dicht. Maar morgen en de dagen erna gaat ze gewoon weer doen waar ze goed in is: het verfijnen van haar recept voor een goede vinaigrette.

Gevolgen ondanks en van Corona uit het ZINZIZ-onderzoek

Abonneer op onze nieuwsbrief
Total
0
Share