Jaap van Weeghel Bestuurslid van MIND

Jaap van Weeghel in Column: ­’Structureel financieren re-integratietrajecten vergt ijzeren wil’

Jaap van Weeghel (MIND, Tranzo Tilburg University) over het belang van structurele financiering van re-integratietrajecten voor mensen met een psychische kwetsbaarheid

Goed begonnen, nu doorgaan!

De relatie tussen werk en psychische problematiek is nooit gemakkelijk geweest en heeft in het verleden meerdere dieptepunten gekend. Zo was werk in de eindjaren ’70, toen ik begon als hoofd van de activiteitendienst van psychiatrisch centrum St. Bavo, iets waar je cliënten niet onnodig mee lastig moest vallen. De meesten konden niet aan de hoge eisen van een betaalde baan voldoen, zo dachten toen veel hulpverleners. Omdat regulier werk stressvol en ziekmakend zou zijn, konden cliënten zich, conform de tijdgeest, maar beter ontplooien in creatieve activiteiten. Bovendien zaten werkgevers niet op hen te wachten en stonden cliënten destijds zelf ook niet te dringen.

Van werkuitsluiting naar werk als werkzaam medicijn

Sindsdien is er veel veranderd. Al in de jaren ’80 steeg in de samenleving het aanzien van betaald werk naarmate de werkgelegenheid daalde. Deze ontwikkeling had, met enige vertraging, ook zijn weerslag op de ggz: betaald werk, mits onder gunstige condities, werd belangrijk gevonden voor het welzijn van cliënten. Arbeidsintegratie kreeg steeds meer aandacht in de ggz praktijk en er werd meer samengewerkt met instanties als UWV en betrokken gemeentelijke diensten.

Toch zijn we er nog niet. Zo vertelde onlangs een naast familielid – zij heeft een bipolaire stoornis – dat ze aanvankelijk nogal schrok van medecliënten in haar psycho-educatiegroep. Niet vanwege hun problematiek, maar vanwege de enorme leegtes in hun leven. ‘Jaap, er zitten heel talentvolle mensen in die groep maar gek genoeg ben ik de enige met een betaalde baan’. De anderen hebben geen werk, geen studie, alleen een dagschema met van uur tot uur activiteiten zoals boodschappen doen, pillen innemen, iemand bellen of de krant lezen. Natuurlijk ken ik de persoonlijke omstandigheden van deze jongvolwassenen niet, maar zou het echt niet anders kunnen? De Nederlandse ggz zet wel trajectbegeleiding in, maar is daarmee vaak te voorzichtig. Het denken in vaste volgordes is nog niet verdwenen: eerst moet de cliënt mentaal stabiel zijn, dan kunnen we pas denken aan werk- of studiehervatting. Dat is geen compleet onzinnige redenering – een minimum aan mentale gezondheid is nodig om te kunnen werken – maar bij velen werkt het ook andersom: werk of studie is dan het werkzame medicijn, zorgt voor betekenis, structuur, contacten, ontwikkeling en werkt het (zelf)stigma tegen. Zo draagt werk veel bij aan iemands herstel en mentale stabiliteit.

Nu stoppen betekent afname arbeidsdeelname

Anno 2023 zijn betrokken partijen in veel arbeidsmarktregio’s goed op weg met het landelijke initiatief Hoofdzaak } Werk. Maar het blijft nodig om deze netwerken verder te versterken, ook op landelijk niveau. Daar nu mee stoppen betekent voor veel regio’s dat de beoogde arbeidsdeelname niet voldoende van de grond zal komen. Duizenden mensen blijven dan onnodig aan de kant staan en de arbeidswereld blijft verstoken van veel talentvolle arbeidskrachten. Dat mag vooral in deze tijd van enorme personeelstekorten niet gebeuren.

Sisu

Daarvoor dient de bandbreedte van wat we (mentaal) normaal vinden in de samenleving, flink te worden opgerekt. Patricia Deegan, moeder van de herstelbeweging, verwoordde dit als volgt: “We don’t want to be mainstreamed. We say let the mainstream become a wide stream that has room for all of us and leaves no one stranded on the fringes”. We moeten een permanente campagne voeren, en een lange adem hebben, om die ongemakkelijke relatie tussen werk en mentale gezondheid te verbeteren en goed te houden. In Finland hebben ze daar een kort, kernachtig woord voor: Sisu. Dat betekent ‘doorzettingsvermogen, volharding, een ijzeren wil om een bepaalde, vaak langdurige taak te voltooien’. Sisu komt van binnenuit en is de tegenpool van bravoure en roekeloosheid. Een beter woord voor wat ons te doen staan in Hoofdzaak } Werk ken ik niet.

Handtekening Jaap van Weeghel

Jaap van Weeghel

Jaap van Weeghel is emeritus hoogleraar Rehabilitatie en Participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen (Tilburg University, departement Tranzo). Hij is bestuurslid bij MIND en interim hoofdredacteur van het tijdschrift Participatie & Herstel.

Waarom deze columns?

De tien partijen van het convenant Sterk door Werk hebben de afgelopen jaren een succesvolle domeinoverstijgende samenwerking tot stand gebracht tussen de domeinen Zorg en Werk & Inkomen, waardoor mensen met een psychische kwetsbaarheid betere kansen maken op het vinden en behouden van werk. Sterk door Werk vindt het nu de hoogste tijd voor structurele financiering van de re-integratietrajecten zoals IPS om ook in de toekomst meer baankansen te garanderen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Immers met de inzet van IPS-trajecten komen meer mensen met een psychische kwetsbaarheid aan het werk, neemt de druk op de krappe arbeidsmarkt af, daalt de vraag naar GGZ-zorg en verdienen mensen hun eigen geld. De inzet van deze trajecten levert daarmee een bijdrage aan het betaalbaar houden van de zorg in Nederland. Maar het levert veel meer op: het zorgt voor gelukkiger mensen die een beter leven ervaren! En dus trekken de convenantspartijen samen op om de politiek te overtuigen van het belang van deze structureel gefinancierde weg naar werk. In wisselende columns zullen zij de ontwikkelingen hierover vanuit hun eigen perspectief beschrijven.

Abonneer op onze nieuwsbrief
Total
0
Share