“Gedraagt iemand zich opvallend anders, signaleer het, maak het bespreekbaar. Benoem problemen, zo haal je iemand uit zijn isolement”
Interview met Marianne Minks arbeidsdeskundige UWV
en ervaringsdeskundigen Harm van der Werf en Henk Oldenbeuving
Fotografie | Nathan Mooij
De cijfers rondom zelfdoding liegen er niet om. Elke dag overlijden vijf mensen in Nederland aan suïcide. Twee van de drie zelfdodingen vinden plaats onder mannen en meer dan de helft van die mannen is tussen de 40 en 65 jaar oud. Het wel of niet hebben van een baan speelt hierbij een grote rol. Uit onderzoek blijkt dat uitkeringsgerechtigden vijf keer vaker door zelfdoding overlijden dan mensen die geen uitkering ontvangen. Hoe komt dit? En vooral, hoe kunnen deze cijfers naar beneden?
In haar werk als arbeidsdeskundige bij UWV komt Marianne Minks regelmatig in contact met werkloze mannen tussen de 40 en 65 jaar oud. Als arbeidsdeskundige kijkt zij naar iemands vermogen om te kunnen werken en ze kent het belang van suïcidepreventie al vanuit het begin van haar carrière: “Twintig jaar geleden werkte ik bij de afdeling WW toen een uitkeringsgerechtigde van middelbare leeftijd een eind aan zijn leven maakte. Dat zal ik van mijn leven niet vergeten. Deze meneer was ontslagen bij een groot bedrijf, was alleenstaand en raakte daardoor in een isolement. Hij kreeg schulden en zag kennelijk geen uitweg uit zijn situatie. Dat heeft diepe indruk op me gemaakt. In die tijd waren er voor professionals zoals ik nog geen protocollen en nauwelijks trainingen voor ons om mensen in zo’n situatie te helpen.”
Marianne Minks
arbeidsdeskundige UWV
Dat is nu wel anders. Wanneer ze zich zorgen maakt om een cliënt kan Marianne altijd overleggen met collega’s. “Voor zaken buiten UWV hebben we een groepsapp voor direct overleg. App daar een vraag en je krijgt meteen antwoorden en suggesties. Als het de pet te boven gaat, schakelen we door. We werken preventief en op allerlei domeinen. Ik kom vaak bij de persoon thuis, om zo het best de situatie in te kunnen schatten. Ik kan een schuldhulpteam inzetten, ik ken de regelingen die je kunt afspreken met schuldeisers en ik weet hoe ik een uithuiszetting kan voorkomen. Op alle fronten waar hulp nodig is, ken ik mensen: sociale raadslieden, maatjes, participatiemedewerkers, coaches, wijkteams.”
Zelf gaat Marianne daar best ver in. “Een klant kan me ook in het weekend bellen en als ik denk dat het nodig is, ga ik er gerust heen. Liever een keer te veel, dan dat ik maandag hoor dat het klaar is. Vaak is de hulpvraag in het weekend van praktische aard, bijvoorbeeld dat een cliënt op straat staat en nergens heen kan. Dan neem ik hem desnoods mee onder de arm naar de nachtopvang. Pas als ik weet ‘Daar zit ook een Marianne, die het voor nu van me overneemt’ ben ik gerust. Via de groepsapp heb ik dan meestal alweer suggesties voor na het weekend.”
De nu 57-jarige Harm van der Werf uit Zoetermeer is een aantal jaar suïcidaal geweest. “Mijn hele leven ken ik al periodes van neerslachtigheid. Ik ben sociaal wel heel handig, maar heb me nooit ergens op mijn plek gevoeld, zelfs niet op de kunstacademie. Ik had nooit aansluiting bij de samenleving, ik ben zeg maar een beetje een dromer. Vol van goeie plannen, die ik dan goed in de vorm zette, maar op een gegeven moment slaat het dood en valt het in duigen. Zo ben ik ook in de omgang met mensen: enthousiast beginnen en dan zakt het in.”
Harm van der Werf
ervaringsdeskundige
Na de kunstacademie en acht jaar freewheelen in de bijstand heeft Harm met behulp van de sociale dienst een bedrijf opgezet en zich uit de uitkering gewerkt. “Ik had een decorbouwbedrijf, was ‘aannemer in de kunsten’. Mijn ideeën deden het goed, maar de uitvoering en vooral de planning gingen minder soepel.” Uiteindelijk worden de problemen met zijn werk hem in 2007 te veel.
“Ik werkte altijd harder voor uiteindelijk minder resultaat en draaide me steeds weer vast. Ik had aanhoudend stress en het bleef maar niet goed gaan. Dag en nacht werken en dan onderaan de streep niets overhouden. Ik weet nog dat ik in mijn oude witte Volvo zat en dacht ‘waarom kap ik er niet gewoon mee? Als het zo blijft gaan, ga ik er geen plezier aan beleven’”.
“Ik zat continu in een situatie van onveiligheid. Die creëert een angstmodus, je blik vernauwt, knijpt je bewustzijn af. Je ziet de mogelijkheden, die er ook zijn, niet meer want de paniekaanvallen blokkeren alles.”
“Via de huisarts kreeg ik antidepressiva, maar omdat die niet meteen werken, moest ik hem elke dag bellen. Ik durfde ’s avonds niet te gaan slapen, uit angst dat het ’s ochtends erger was. Zelfs de zelfmoordgedachten leverden stress op: hoe doe ik dat dan, met zo min mogelijk effect voor anderen, want wie gaat me vinden? Moordenaar en slachtoffer in één lichaam.”
Uiteindelijk slaan bij Harm de antidepressiva aan, vindt hij een andere baan en bezoekt een psychiater. Hij blijkt het syndroom van Klinefelter te hebben, een intersekse-conditie waarmee Harm moet leren omgaan. Dat lukt grotendeels. Zelf noemt Harm het ‘een soort verzoening met mijn lot’. “Die verzoening leverde een gevoel van veiligheid op en van mogelijkheden. Werd het weer slechter, dan accepteerde ik het wegzakken en zei ik tegen mezelf ‘als dit de weg is, dan moet ik die gaan’.”
Henk Oldenbeuving
ervaringsdeskundige
Ook Henk Oldenbeuving liep vijf jaar geleden vast door problemen met zijn werk. Na ruim veertig jaar met hart en ziel gewerkt te hebben in de zorg, wordt hij op zijn 58e onverwachts ontslagen. Hij zit in zak en as bij zijn huisarts. “Ik zat tegen het depressieve aan. Ik barstte voortdurend in huilen uit. Ik hield zielsveel van mijn werk en had het idee dat ik gewaardeerd werd. Een jaar voor mijn ontslag zei de directeur nog letterlijk tegen me: ‘Je hebt wel een steen gelegd in de organisatie’ en vervolgens werd ik zo maar ontslagen. Had ik het aan zien komen of was het anders gebracht, dan had ik er veel eerder vrede mee gehad. ‘Grijp als werkgever eerder in’, zou ik zeggen. Ik had geluk met een goede huisarts, die me doorverwees naar de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg, maar mij zelf ook in de gaten hield. Iemand die overkomt, wat mij is overkomen, moet je in het zicht houden. Iemand die in de put zit, mag je niet uit het oog verliezen, anders kan het fout gaan. Ik heb nooit zelfmoordgedachten gehad, maar kan me wel voorstellen dat iemand door zo’n situatie aan zelfmoord gaat denken.”
Marianne Minks van UWV beaamt dat. Volgens haar valt of staat alles met aandacht, soms met medicijnen, maar altijd met het leren omgaan met het verleden. Of zoals Henk het noemt ‘het verwerken van een trauma.’ Marianne kent veel voorbeelden van mannen op middelbare leeftijd die om wat voor reden dan ook vastlopen in hun werk. En daar mentaal veel last van hebben. Zo ook de alleenstaande man die zei ‘er psychisch uitgewerkt’ te zijn. “Hij heeft zich ziekgemeld en kwam in de WW. Hij was op een vervelende manier weggegaan bij zijn werkgever en dat maakte in zijn visie alle werkgevers slecht en onbetrouwbaar. Het werd een lang traject, maar het heeft wel geholpen. Ik vond vrijwilligerswerk voor hem. Hij ging als klusjesman aan het werk in een verzorgingshuis. Op loopafstand van zijn huis. Schilderijtje ophangen, stopcontact repareren, kastje afhangen. Credits voor de bejaarden: die toonden hun dankbaarheid door een kopje koffie aan te bieden, een praatje te maken en interesse te tonen. Hij bloeide helemaal op nu hij opeens heel veel ‘werkgevers’ had die hem wél waardeerden. Dat gaf hem uiteindelijk energie en positiviteit. Zoveel zelfs dat hij zich liet omscholen en nu een betaalde baan heeft. “
“Iemand die in de put zit, mag je niet uit het zicht verliezen, anders kan het fout gaan”
Henk Oldenbeuving
Ook Henk Oldenbeuving wordt geholpen bij het vinden van een nieuwe baan. Omdat hij een uitkering krijgt, moet hij naar de cursus ‘Succesvol naar werk.’ Dat blijkt een schot in de roos voor Henk. “Na 42 jaar fulltime werken had ik opeens niks meer te doen dus ik kon die structuur van elke week naar Groningen wel gebruiken, zij het met frisse tegenzin. Het hielp me om het patroon te doorbreken van ’s avonds langer op blijven en uitslapen. En de andere cursisten boden vaak een luisterend oor.” Henk is blij dat hij hulp heeft gezocht en gekregen. “De tijd van ‘een man mag niet huilen’ is echt voorbij, dat zit er nog zo ingebakken. Je moet ergens je verhaal kwijt in zo’n traumatische situatie, anders loop je vast en ga je nare dingen doen.”
Via een meevoelende medewerker van UWV haalt Henk vrij vlot zijn papieren voor een taxipas. Hij werkt nu een aantal uur in de week als taxichauffeur. “Ik heb weer werk waarbij ik in contact ben met mensen. Ouderen en mensen met een verstandelijke beperking. Heerlijk!”
Voor de weg naar herstel is structuur de basis, vindt Marianne Minks. “Een dagprogramma hebben, is essentieel. Van daaruit kun je bouwen. En onder de mensen zijn. Soms vraagt dat wel een lange adem van werkgevers.” Hoe kun je voorkomen dat het misgaat? “Werkgevers zouden zich altijd moeten afvragen: waarom is iemand depressief? Kan iemand niet tegen een grote ruimte, tegen herrie en drukte? Of speelt er thuis iets? Desnoods schakel je een externe club in om daarachter te komen. Als je als werkgever weet waarom, dan kun je preventief iets doen. Bijvoorbeeld binnen de organisatie een meer gepaste plek vinden. Heb oog voor je werknemer, creëer een ring van mensen om hem heen, die het in de gaten houdt. Maar het allerbelangrijkste is toch wel signaleer het en maak het bespreekbaar, want lang niet iedereen die aan zelfmoord denkt, is bekend bij zorginstanties als GGZ Nederland of de huisarts.”
Ook Harm van der Werf is daar duidelijk over: “Wees open over je situatie: laat het anderen weten als het niet goed met je gaat.” Na zijn suïcidale gedachtes in 2007 heeft het nog bijna tien jaar geduurd voordat Harm kon zeggen ‘ik kies weer echt voor het leven.’ Na een periode met vallen en opstaan wordt Harm uiteindelijk vrijwilliger bij het Centrum voor Dienstverlening. Dit centrum houdt zich onder andere bezig met begeleid wonen, ambulant werk en daklozenopvang. En via zijn begeleidster krijgt hij de eerste vaste baan in zijn leven. Inmiddels geeft Harm lezingen over suïcide, maar ook over armoede. “Ik leg bijvoorbeeld uit aan werkgevers, bewindvoerders, maatschappelijk werkers en ambulant begeleiders wat dat met mensen doet.” Daar leert hij ze problemen bij werknemers of cliënten beter te herkennen. “Werknemers proberen vaak de problemen te verbergen. Als je als werkgever open kunt staan voor de situatie van je werknemers is er een boel te winnen: je kunt ze helpen en je kunt je werknemers behouden. Kom je er als werkgever niet uit, dan kun je daar maatschappelijk werk of arbeidsdeskundigheid bijhalen. Zoek verbondenheid, ook als het wel goed gaat. En benoem problemen, zo haal je iemand uit zijn isolement.”
Met Harm gaat het nu goed: “Ergens in de donkere hoeken van de kamer wachtte altijd de dood, tot ik dat accepteerde en er open over werd. Ook mijn vrouw en zoontje van vierenhalf zijn natuurlijk heel erg belangrijk geweest in het verdrijven van de dood in mijn leven. Laatst werd ik bijna doodgereden door een auto, ik schrok ervan, ik realiseerde me in een flits dat ik weer bang ben om dood te gaan! Het is weg.”
Heb je zelf hulp nodig?
Ben je persoonlijk geraakt door dit artikel? Blijf niet alleen rondlopen met je gevoelens en praat erover met iemand die je vertrouwt.
Heb je zelf gedachten aan zelfmoord.
Neem dan contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113.
Ook voor online therapie of coaching, zelfhulp of zelftesten.
– Suïcide Preventie –
Herken de signalen en praat erover
Niet iedereen die aan zelfmoord denkt, praat erover. Er zijn vaak wel signalen. Dit kunnen uitspraken zijn, maar ook non-verbale signalen:
- Let op wanneer iemand opeens sterke stemmingswisselingen heeft
- Het is een mythe dat alleen stille mensen zelfmoord plegen
- Let op wanneer iemand een onverzorgd uiterlijk heeft
- Agressie en boosheid vergroten de kans dat je in staat bent je zelf iets aan te doen
- Het gebruiken van alcohol en drugs maken mensen impulsiever
- Wees bewust van veranderingen zowel in iemands gedrag, maar ook in leefsituatie:
- Verlies van partner
- Verlies van baan
- Beslag op loon en uitkering
- Dreigende huisuitzetting
- Kinderen niet mogen zien